John C. Primerano

John C. Primerano was een jongen van 16 jaar, toen hij te horen kreeg (in de bioscoop) dat Amerika in Pearl Harbor werd aangevallen door Japan. Vanaf dat moment wilde hij dienen in het leger, maar hij moest wachten tot hij de statutaire leeftijdsgrens had bereikt.
Op 6 juli 1943 meldde hij zich aan en hij begon aan zijn opleiding tot parachutist. John werd toegewezen aan de afdeling communicatie, waar hij werd toegevoegd aan HQ / 501st PIR.

John belandde in een speciale eenheid die tot taak had om luchtfoto’s te maken en om informatie die uit Normandië kwam te vertalen naar de beroemde zandtafels. John nam deel aan het modelleren van deze tabellen, iets wat veel levens in Normandië gered heeft. De geallieerden waren hierdoor goed voorbereid en hadden zo een goed inzicht in het gebied waar ze vochten.

John had toegang tot plaatsen waar zelfs hoge officieren, zoals kolonels en generaals, niet mochten komen. Voor deze jonge mannen was het iets bijzonders dat ze meer wisten dan hun eigen commandanten. John was nog gewoon soldaat.

In de nacht van 5 op 6 juni 1944 kon John niet naar Normandië. Het team waar hij werkte was te veel op de hoogte van de details, dus daarom moesten ze in Engeland blijven. Het hoofdkwartier was bang dat als deze mannen in de handen van de Duitsers zouden vallen, dat dan de hele operatie in gevaar gebracht zou worden.

John nam actief deel aan de strijd op 17 september 1944. De mannen werden verdeeld onder de HQ’s van regelmatige bataljons, omdat velen van het staf HQ waren gesneuveld in de campagne in Normandië. John werd overgebracht naar het 1ste Batalion van Lt Col Kinnard, die in de buurt van Veghel sprong. De pathfinders die de dropzone zouden markeren, werden neergeschoten boven België, waardoor de serie van koers raakte en de mannen verkeerd werden gedropt in de buurt van het Kasteel van Kameren (Heeswijk).

Het was de 13e sprong van John en ook zijn slechtste ooit. John landde op zijn stuitje en verloor het bewustzijn. Zijn parachute landde pal bovenop hem, zodat geen van de mannen om hem heen hem zag.

Na een tijdje kwam John bij en hij zag dat iedereen al weg was. Toen hij aankwam op een boerderij werd hij door de bewoners ontvangen en kreeg een stoel, zodat hij kon herstellen. Hij kreeg melk en daarna voelde hij zich een beetje beter (twintig jaar geleden vond John de boerin Tonia, en sindsdien bezocht hij haar elk jaar tot aan haar dood. Tonia is 100 jaar oud geworden).

John heeft vaak achter de vijandelijke linies gevochten, omdat zijn eenheid verantwoordelijk was voor de communicatie tussen de buitenposten en de verschillende hoofdkwartieren. Hij herinnert zich dat op een avond een lijn langs de spoorlijnroute richting Schijndel hersteld moest worden. Aan de andere kant van het spoor werd ook aan een communicatielijn gewerkt, maar dat waren Duitsers. John en zijn vrienden draaiden zich om en liepen rustig terug naar Eerde, de Duitsers deden hetzelfde in de richting van Schijndel. Er was geen schot gelost. John is er trots op dat hij geen behoefte heeft gehad om te doden.

Het enige slachtoffer dat hij heeft gemaakt is een koe. Tijdens een van zijn nachtelijke reparaties hoorde hij een geluid aan de andere kant van een haag. Hij gooide een granaat en hij maakte dat hij wegkwam. Een dag later bleek het om een ​​koe te gaan die los was gebroken.

John Primerano bij de Klondikes tijdens een evenement in Nederland.

Volgens John hadden veel frontsoldaten weinig respect voor de mannen van het HQ. Maar hij won juist respect toen hij in open veld in een paal klom om een kabelreparatie te doen. Iedereen om hem heen zei dat hij suïcidaal was. John herinnert zich het geluid van de kogels die dicht langs zijn hoofd vlogen, maar hij deed zijn werk in een recordtijd.

In Bastogne was John verantwoordelijk voor de communicatiekabels tussen het hoofdkwartier en de verschillende bataljons en bedrijven. Hij had elke keer dienst als er kabels werden doorgesneden door sabotage of bombardementen. John heeft vele uren doorgebracht in het Bois Jaques. Zijn telefooncentrale, waar hij verantwoordelijk voor was, was in het seminarie, achter een houten deur aan de zuidkant waar nu de rotonde van de Rue Gustave Delperdange is gevestigd. John was ook getuige van de explosie van de mijn op de binnenplaats van het seminarie, waarbij zijn beste vriend Walter Craley zijn leven verloor.

John had een bijzondere ervaring in de kerk van Bastogne. Tijdens een van de beschietingen van de stad zocht John toevlucht in de kerk. Toen hij de kerk binnenkwam was het helemaal stil. Plotseling kwam door een gat in het dak zonlicht, dus hij kreeg een zeer warm gevoel. Hij hoorde een stem achter hem zeggen: “Het komt allemaal wel goed met je.” Na Bastogne heeft John gediend in de Elsas en in Zuid-Duitsland.

John bezoekt Nederland en België elk jaar. Hij heeft zijn hart verloren in Eerde en is een graag geziene gast bij het gedenkteken. Hij brengt elk jaar een bezoek aan de leerlingen van groep 8 van de Petrus en Paulus school die het Geronimo Monument bij Eerde hebben geadopteerd.

Scroll Up