Het Franse Angoville-au-Plain ligt tussen St-Côme-du-Mont en Vierville aan de D 913 in Normandië. Het is een klein dorpje met als middelpunt een klein kerkje. Het lag op 6 juni 1944 in DZ (Drop Zone) D, de meest zuidelijk drop-zone van het 1st en 2nd Battalion, 501st PIR (Klondikes) van de 101st Airborne Division. De eerste 48 uur na de sprong vonden er zware gevechten plaats tussen de Paratroopers en de Duitse Fallschirmjäger.
In de nacht van 5 op 6 juni 1944 landden mannen van de 101st Airborne Division op DZ-D, achter de toegangswegen naar Utah Beach. Hun doel was om de belangrijke weg Cherbourg – Parijs af te snijden in de buurt van het dorpje Angoville-au-Plain, dat snel in werd genomen. Aanvankelijk ging alles volgens plan en elementen van het 326e Airborne.
Engineer Battalion waren in staat om de bruggen over de rivier de Douve in te nemen, om vervolgens af te wachten op versterkingen van de troepen die aan de kust waren geland. Maar tijdens de middag van D-Day, begonnen zaken een zeer serieuze wending te nemen. In de 11e eeuwse kerk van Angoville werd een hulppost ingericht om degenen die gewond waren geraakt bij de landing of de daaropvolgende gevechten, te verzorgen en hergroeperen.
In het 2nd Battalion zaten twee medic’s, Robert Wright en Ken Moore. Zij begonnen samen met luitenant Ed Allworth de omliggende velden af te zoeken naar gewonden en deze brachten ze naar de kerk in Angoville. Daar kregen ze eerste hulp van de medics. De Duitsers voerden een felle tegenaanval uit tegen de ingegraven verdedigers. Een groep van 50 parachutisten onder het commando van Capt Francis Laberatori slaagde er echter in om de bruggen over de Douve op te blazen. De Engineers en wat infanterie van het 501e Parachute Infantry Regiment werden gedwongen terug te trekken door felle gevechten. Lt Allworth was bij de medics in de kerk, maar moest hen verlaten. Hij vreesde namelijk, dat hij de medic’s en hun patiënten in gevaar zou kunnen brengen omdat hij geen medisch personeelslid was.
De Amerikanen trokken zich terug en lieten vele gewonden achter in de kerk, die overvol
dreigde te raken. Wright en Moore bleven achter bij de gewonden om hen te verzorgen en inmiddels waren er ook Duitse gewonden opgenomen. Op een gegeven moment bestormden Duitse troepen de kerk en schopten de deur open. Maar toen ze zagen dat de ongewapende medic’s – zonder onderscheid te maken – gewonden van beide zijden aan het behandelen waren, lieten zij hen ongemoeid. Op de deur van de kerk lieten ze zelfs een Rode Kruis vlag achter die hen bescherming moest bieden tegen de gevechten die overal rondom de kerk woedden.
Ken Moore herinnerde later “Tegen de avond hadden we in de kerk 80 gewonde militairen waarvan de helft Duitsers en een lokaal jongetje van 4 jaar oud. Onze eigen troepen waren gekomen om ons te vertellen dat ze niet langer konden blijven. Dus we bleven achter met al de gewonden die we vooral verzorgden met hun eigen First Aid setjes en Duits verband materiaal. Snel daarna arriveerde een Duitse officier en die vroeg of wij ook zijn gewonden wilden opnemen, we hebben dat gedaan. Iedereen was in de kerk welkom zolang ze hun wapens maar buiten lieten. Gedurende de nacht was het kerkhof opnieuw het toneel van hevige gevechten en steeds opnieuw kwamen tot grote ergernis van de medic’s gewapende Amerikanen de kerk binnen die posities wilden innemen achter de ramen. We hebben ze steeds opnieuw weggestuurd en hadden meer last van onze eigen troepen die ons ook steeds beschoten dan van de Duitsers. Twee van onze slachtoffers overleden. Drie dagen lang duurden de bittere gevechten rond Angoville en het viel meerdere malen in andere handen. Op een gegeven moment raakte opnieuw een mortier de kerk en verwondde enkele van de gewonden binnen”. Er was echter nog een verrassing in petto voor de medics. Op 7 juni komen twee Duitse waarnemers die de hele tijd in de kerktoren verstopt zaten naar beneden om zich over te geven. De Amerikanen waren zich totaal niet bewust geweest van hun aanwezigheid.
De Kerk vandaag
De kerk werd in de strijd zwaar beschadigd en alle middeleeuwse ramen waren gesneuveld. Pas in 2004 werd genoeg geld ingezameld om de kerk te restaureren. Twee glas-in-lood ramen zijn opgedragen aan de paratroopers waarvan één speciaal herinnerd aan de twee medic’s, Wright en Moore. Als eerbetoon en dankbaarheid aan Robert Wright en Kenneth Moore is buiten de kerk ook een monument voor hen opgericht.
Maar misschien wel de meest tastbare herinnering aan hun gevecht om levens te redden is één van de achterste banken in de kerk waarvan het hout is doordrongen van bloed dat nog steeds zichtbaar is. Voor hun inspanningen in het redden van de levens van naar schatting 80 gewonden ontvingen beide mannen de Silver Star.