Francis J. Mc. Keown

Francis J. Mc. Keown kwam in dienst op maandag 22 maart 1943 in New York, terwijl hij nog geen burger was van de Verenigde Staten van Amerika.

Francis was soldaat van het 2e peloton van D-Company van het 501st PIR. Hij was zeer geliefd bij zijn vrienden, omdat hij gemakkelijk in de omgang was. Zijn eenheid leidde de Market Garden invasie en het vliegtuig waaruit hij sprong was het tweede vliegtuig achter dat waar kolonel Howard Johnson in vloog. Ze sprongen op Drop Zone A bij Eerde. Francis landde ongelukkig met zijn voet op de enige weg die door hun sector van de dropzone liep. Bobby Hunter landde op korte afstand van hem en Francis riep hem snel om hulp.

Bobby droeg Francis en zijn uitrusting uit de dropzone naar het verzamelpunt. Hij had zijn enkel verstuikt bij de landing. Omdat D-Company het bevel had gekregen om de verkeersbrug in Veghel te veroveren, werd Francis achtergelaten bij de hospiks om door hen verzorgd te worden.

Op 24 september keerde Francis terug naar zijn peloton. In de ochtend ging hij naar de mis welke werd gehouden door pater Sampson.

Op de weg terug naar zijn eenheid vertelde hij zijn vrienden dat hij het gevoel had dat hij die nacht zou sterven. Ze lachten allemaal over zijn opmerking, omdat hij net was teruggekeerd naar de eenheid. Twee uur later werd Francis getroffen door een “88” granaat toen het 2de Bataljon werd gespot door de Duitse waarnemers vanuit de kerktoren van Weibosch. Dit gebeurde toen de eenheid zich verplaatste naar de rest van het regiment in Eerde om de strijd die daar gaande was te ondersteunen. Hij stierf in de buurt van een boerderij in de buurt van de spoorlijn die van Veghel naar Eerde loopt. Deze boerderij bestaat nog steeds. Francis overleed ter plekke aan zijn verwondingen en alle mannen van zijn peloton treurden over het verlies van deze populaire kameraad.

2nd Batallions sergeant-majoor John L. Ghiardi herinnerde zich de verschrikkelijke beschietingen welke het bataljon onderging tijdens het oprukken over de spoorbrug naar Eerde. “We werden door majoor Raymond Bottomly in de richting van Eerde geleid, langs de weg die aan beide zijden dekking bood door de bomen. Ik eindigde de dag enigszins in shock. Streets was op slag dood en Mero was ernstig gewond en overleed enkele dagen later. Ik had zelf gelukkig maar een paar verwondingen (krassen) door schrapnellscherven, omdat ik ongeveer 30 tot 40 meter weg kon kruipen in het open veld, weg van de plaats waar de schrapnell terecht kwam”.

De eenheid “D” kwam in dezelfde situatie terecht. Soldaat Bobby Hunter beschreef het oprukken naar Eerde: “Toen we begonnen met deze manoeuvre, werden sommige van de jongens geraakt. John Marnye en Francis Mc. Keown waren op slag dood en Wayne McClung stierf op zijn weg naar de eerste hulppost. Schmitt en Louis Kill raakten ook gewond.”

Scroll Up