Het 501st Parachute Infantry Regiment (501st PIR) werd in november 1942 geactiveerd in Toccoa, Georgia. Hier werd de basis infanterietraining gegeven aan de jonge soldaten. In mei 1943 kregen zij hun parachutistenopleiding en haalden zij hun “wing” in Fort Benning. Na het behalen van hun “wing” verhuisden ze naar Camp Macall in North Carolina, waar zij hun compagnie, battalion en regiment trainingen kregen. Ze namen deel aan de “Tennessee Manoeuvres”.
Als onderdeel van de 101st AD werd het 501st PIR tijdens operatie Market Garden in de buurt van de stad Veghel gedropt, ongeveer 25 mijl achter de Duitse frontlinies. Het 501st PIR werd 4 mijl ten zuiden van Veghel gedropt en had als doelen om de verkeers- en spoorbruggen over het Zuid-Willemskanaal en de rivier de Aa veilig te stellen. Hoewel het 1e batalion van Lt. Colonel Kinnard ver van het hun aangewezen droppunt landde, waren ze snel gegroepeerd en konden ze al snel twee spoorbruggen ten westen van Veghel veiligstellen. Ondertussen hadden de twee andere battalions de twee verkeersbruggen over het Zuid-Willemskanaal en de rivier de Aa ook veiliggesteld. Door deze snelle actie van het 501st PIR, werd een van de eerste belangrijke obstakels op de route van Montgomery’s tweede Britse leger naar Arnhem, uit de weg geruimd.
Het 501st PIR werd samen met de rest van de 101st AD verplaatst van de omgeving van Veghel naar posities op “The Island”, een gebied tussen de rivieren de Rijn en Waal. Het werd duidelijk dat het 501st PIR voorlopig niet zou worden teruggetrokken uit de strijd, omdat het Britse leger hun gevechtservaring hard nodig had. Luchtlandingstroepen zoals het 501st PIR, waren eigenlijk niet geschikt voor de soort oorlogsvoering zoals die op “The Island” werd gevoerd. Na de eerste harde gevechten werd het een statische oorlog. Het werd een uitputtingsoorlog van ingraven, patrouilleren en het lijdzaam ondergaan van vijandelijke mortier- en artilleriebeschietingen. Bij een van die mortierbeschietingen in de buurt van Heteren, werd op 8 oktober 1944 Kolonel Johnson (bevelvoerder van het 501st PIR) dodelijk verwond. Tijdens de rit naar het hospitaal waren zijn laatste woorden aan Lt. Kolonel Ewell, “Zorg voor mijn jongens”.
Eind november 1944 keerde de 101st AD terug naar Frankrijk om daar aangevuld te worden met nieuwe soldaten, hun voorraden aan te vullen en om te trainen voor acties die zij in het volgende jaar zouden gaan doen. Drie weken na hun aankomst in Camp Mourmelon, begonnen de Duitsers met hun offensief in de Ardennen. De 101st AD werd gealarmeerd en binnen een paar uur zaten de troepen in vrachtwagens onderweg naar de stad Bastogne in België. In de vroege ochtend van 18 december arriveerden zij hier. Het 501st PIR was de eerste eenheid die in Bastogne arriveerde, in de vroege morgen trokken ze door de stad om posities ongeveer 3 mijl buiten de stad in te nemen om daar de naderende Duitsers op te wachten. Het 501st PIR slaagde erin om de Duitsers op afstand te houden en tot stilstand te brengen tot de rest van de divisie arriveerde. De 101st AD (The Battered Bastards of Bastogne) hield uiteindelijk stand tegen zeven Duitse divisies totdat op 26 december 1944 “Patton” de omsingeling van Bastogne doorbrak.
Op 20 januari 1945 werd “Operatie Nordwind” gelanceerd; de laatste offensieve actie door de Duitsers tijdens WO2. De 101st AD werd nog moe en gehavend van de strijd in Bastogne in allerijl naar de “Elsace” gestuurd om daar het Amerikaanse zevende leger te versterken. Het 501st PIR was slechts op 60% sterkte, maar bezette daar defensieve posities totdat zij in maart 1945 terugkeerden naar Mourmelon in Frankrijk. Wanneer de oorlog in Europa zijn einde nadert, werd de 101st AD naar het Ruhrgebied gezonden om te helpen bij “mop-up” operaties. Het 501st PIR bleef in Frankrijk om zich voor te bereiden voor acties om Amerikaanse krijgsgevangenen te bevrijden uit Duitse krijgsgevangenenkampen. In augustus 1945 werd het 501st PIR losgemaakt van de 101st AD en ging het terug naar Amerika waar het werd gedeactiveerd in Fort Benning, Georgia.
Tijdens de drie campagnes tot 14 januari 1945, waren 517 soldaten van het 501st PIR gedood of aan hun verwondingen overleden, 1639 raakten gewond en 328 werden krijgsgevangenen genomen of als vermist opgegeven, aldus de 101st AD geschiedenis “Rendez-vous with Destiny”.
Deze pagina is mede tot stand gekomen met hulp van Erwin Janssen uit Eerde – Holland. Erwin heeft zich gespecialiseerd in de historie van het 501st Parachute Infantry Regiment . Erwin is ook lid van het “Ww2 Airborne Demonstration Team”